Experimenteerregio Achterhoek: de bodem als basis

In dit artikel in het kader van ontwikkelpad Vruchtbare Bodem belichten we twee boerenexperimenten die ieder op hun eigen manier bijdragen aan dit thema: Verschralen tot we een ons wegen en De lessen van VK-Oost. Deze experimenten bieden waardevolle inzichten in hoe bodemkwaliteit samenhangt met biodiversiteit, opbrengst en toekomstbestendig beheer. We willen van deze experimenten leren en de opgedane kennis breed delen in en buiten de regio. De antwoorden op de vragen binnen deze projecten leveren een bijdrage aan een toekomstbestendige landbouw in de Achterhoek

 

5 juni 2025

 

De vijf ontwikkelpaden:

  1. Biodivers landschap
  2. Nieuwe vormen van ondernemen
  3. Vruchtbare bodem
  4. Minder input en minder emissie
  5. Dierwaardig en plantaardig

 

Boerenexperiment De lessen van VK-Oost: leren van cijfers

In de Achterhoek ligt een unieke bron van kennis verscholen in de KringloopWijzer-data van VK-Oost. Al meer dan tien jaar lang verzamelen circa 350 leden gegevens over hun bedrijfsvoering, bodem en emissies. Jaarlijks worden deze gegevens gedeeld, besproken en geanalyseerd in ruim 30 studiegroepen. Dit maakt VK-Oost niet alleen tot een lerend netwerk, maar ook tot een onmisbare kennisbron voor de toekomst van duurzame landbouw in Nederland.

Unieke dataset

Het boerenexperiment De lessen van VK-Oost binnen de Experimenteerregio is opgezet om diepgaand te analyseren wat deze langjarige reeks aan data oplevert aan inzichten op het gebied van stikstofemissies, broeikasgassen en bodemvruchtbaarheid. En wordt onderzocht hoe de aanpak van kringlooplandbouw bijdraagt aan maatschappelijke doelen en aan de verbetering van de bedrijfsvoering. En welke lessen VK-Oost daaruit kan trekken op basis van het gevoerde leerprogramma voor het toekomstige leeprogrogramma. ‘Het is uniek wat we aan data in handen hebben, dat moeten we koesteren’, zegt Jur Eekelder data-analist voor VK-Oost. ‘Een vereniging van boeren die al meer dan tien jaar trouw data aanlevert én bespreekt – dat bestaat nergens anders in Nederland.’

Boeren maken stappen

De eerste fase van het project richtte zich op het opschonen en aanvullen van de database. Daarna zijn de belangrijkste vragen en hypotheses geformuleerd. Welke trends zijn zichtbaar? Wat zegt de data over de bodemkwaliteit, de effectiviteit van maatregelen tegen ammoniak en nitraat, en over de uitstoot van broeikasgassen?

Jur is nog druk met het analyseren van de data. Hij kan wel alvast een tipje van de sluier oplichten. ‘De boeren hebben stappen gemaakt. Een van de opvallende trends is dat de pH van de bodem bij veel bedrijven blijkt te verbeteren. Dit wijst op bewustere keuzes in bodemmanagement. Samen leren met elkaar loont. Of er ook een samenhang is met biodiversiteit valt uit de data niet af te lezen. Uit de data komt een gemiddelde naar boven. Er wordt nog nader geanalyseerd welke vooruitgang de ‘koplopers’ in de studiegroepen hebben weten te boeken. En of de bedrijven die eerder onderaan de ranglijst stonden ook stappen in de goede richting maken.

Koploper in kringlooplandbouw

De eindrapportage van het project verschijnt later dit jaar. Die zal niet alleen inzichten bevatten voor de leden zelf, maar ook aanknopingspunten bieden voor beleidsmakers, bestuurders en andere agrariërs in Nederland. Daarmee draagt De lessen van VK-Oost bij aan de profilering van de Achterhoek als koploper in maatschappelijk gewenste kringlooplandbouw. De lessen die uit dit project worden getrokken, stromen terug in het leerprogramma van VK-Oost. Nieuwe inzichten vormen de basis voor verdieping in nieuwe thema’s, zoals bodemvruchtbaarheid in relatie tot ruwvoeropbrengsten. Zo groeit het netwerk van boeren niet alleen in kennis, maar ook in onderlinge verbinding en motivatie.

De verwachting is dat deze aanpak navolging krijgt. Vijfjaarlijkse analyses van de eigen data helpen boeren hun bedrijfsvoering bij te sturen én geven erkenning voor hun inzet. ‘Het laat zien dat inspanningen lonen’, aldus Jur. ‘Het is mooi dat we nu met cijfers kunnen aantonen dat beter bodembeheer en minder uitstoot ook echt mogelijk zijn – en dat het iets oplevert voor de boer én voor de maatschappij.’

Meer over het boerenexperiment

Boerenexperiment Verschralen tot we een ons wegen: Tijd voor een koerswijziging in het botanisch graslandbeheer op schrale zandgronden

De Vereniging Agrarisch Landschap Achterhoek (VALA) heeft ruim 1.350 hectare botanisch grasland onder beheer. Binnen het boerenexperiment: Verschralen tot we een ons wegen deed Rob Geerts onderzoek naar de staat van 40 sterk verschraalde hooilandpercelen op zandgrond, die al 15 jaar of langer niet meer bemest zijn. De uitkomsten zijn helder: op veel plekken is de verschraling veel te ver doorgeschoten. ‘We zien nu de keerzijde van jarenlang éénzijdig beheer van maaien en het maaisel afvoeren’, zegt Geerts. ‘We hebben verschralen van de bodem te veel als doel verheven, het bodemleven is hierdoor verarmd, de biodiversiteit loopt terug en de productie en voederwaarde is te laag om nog van waardevol hooiland te spreken.’

Onderzoek

In totaal zijn 40 hooilandpercelen onderzocht, waarbij gekeken is naar vitaliteit, bodemkwaliteit, voederwaarde en botanische samenstelling. Het onderzoek is een vervolg op een kleiner project uit 2020. ‘Wat we zagen, bevestigde ons vermoeden’, vertelt Rob. ‘De bodem is sterk verzuurd, met als gevolg dat toxische stoffen vrijkomen – zoals aluminium – dat is giftig voor bodemleven en planten. Dat tast een goede ontwikkeling van het gewenste kruidenrijk grasland aan.’

Van de 40 onderzochte percelen is het overgrote deel sterk verzuurd, blijkt er een ernstig tekort aan bufferende mineralen als Calcium en Kalium. ‘Een grauwsluier ligt als het ware over het grasland, de vegetatie oogt niet vitaal. Dat duidt op een tekort aan mineralen en verstoorde bodemprocessen.’

Het gevolg: niet alleen een afname van de kruidenrijkdom en een minder uitbundige bloei, maar ook een verslechtering van de productie en voederwaarde van het hooi. ‘Met slechts 3 tot 4 ton droge stof per hectare en lage eiwit- en VEM-waarden is het voor boeren nauwelijks interessant’, aldus onderzoeker Geerts. ‘Het gras is simpelweg minder aantrekkelijk voor vee.’

Verschraling te ver doorgevoerd

De onderzoeksresultaten wijzen op een duidelijke conclusie: verschraling is op deze gronden te ver doorgevoerd. ‘Zeker op deze droogtegevoelige zandgrond, waar de teeltlaag sowieso al dun is, moet je veel voorzichtiger zijn’, benadrukt Rob. Het is tijd voor een nieuwe balans, met herstelmaatregelen die zowel het bodemleven als de plantengroei stimuleren.

Rob pleit voor herstel met behulp van organische mest, kalk of steenmeel, bij voorkeur langzaam werkend. ‘Het bodemleven moet weer ‘gevoed’ worden zodat schimmels en bacteriën weer terugkeren en hun werk kunnen doen, de bodemkwaliteit zal verbeteren en de verzuring afnemen.’ Na een periode van verschralingsbeheer lijkt op deze gronden een zogenaamde ‘instandhoudingsbemesting’: een lichte bemesting met strorijke vaste rundermest die de biodiversiteit niet schaadt, maar de achteruitgang een halt toeroept in combinatie met een kalkgift, een goede beheeroptie.

Hoe nu verder?

VALA wil haar deelnemers op basis van de onderzoeksresultaten adviseren. ‘Er komt een factsheet met concrete aanbevelingen’, vertelt Rob. Die aanpak vraagt wel om een omslag in denken. ‘Mest: goud of gif? Bij veel mensen leeft het beeld dat mest bijna gelijkstaat aan gif. Maar het draait om de juiste kwaliteit, dosering en toepassing. Ook kunnen deelnemers soms aanhikken tegen de kosten van een kalkmeststof.’

VALA is voornemens kalk beschikbaar te stellen aan hun leden met sterk verzuurde botanische percelen – vrijblijvend, maar met de overtuiging dat het effect zal hebben. Wat levert dit op? ‘Kruidenrijkere graslanden met betere hooiopbrengsten, uitbundige bloei, meer vlinderbloemigen en insecten. Goed voor onze doelsoorten,’ zegt Rob Geerts hoopvol. ‘We willen samen met BoerenNatuur, andere collectieven en terreinbeherende organisaties op zandgronden met dezelfde problematiek en kennisinstellingen, zoals WUR en het Louis Bolk Instituut, vervolgonderzoek doen, om meer vat te krijgen op wat gaande is en te komen tot goed onderbouwde adviezen.’

Meer over het boerenexperiment

Bijschrift foto’s: Gewoon biggenkruid en Gewoon reukgras, indicatorsoorten van verzuurde bodems.

Bijschrift figuren: Naarmate de bodem zuurder wordt (lage pH) neemt het gehalte aan calcium (Ca-bezetting) af en het gehalte aan aluminium (Al-bezetting) in de bodem toe.

De lessen van VK-Oost en Verschralen tot we een ons wegen zijn twee van de twaalf innovatieprojecten en boerenexperimenten van Experimenteerregio Achterhoek. Bekijk meer innovatieprojecten en boerenexperimenten op de projectpagina van de Experimenteerregio Achterhoek.

 

Blijf op de hoogte

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en nieuwsberichten. U ontvangt van ons meerdere keren per jaar een nieuwsbrief. Laat hier uw gegevens achter.

Nieuwsbrief aanmelden